Op een compacte en beeldende manier tikt Ricus van de Coevering indringende verhalen op zijn laptop. Zijn teksten gaan veelal over familierelaties, waarbij hij in heldere zinnen op toegankelijke wijze een hoop kleine ellende beschrijft.

door Ileen Rook

Het liefst schrijf ik over het decor of de achtergrond, bijvoorbeeld over de natuur buiten: bomen, velden, wolken, hoe de schaduwen vallen. Maar ik schrijf ook graag over het interieur van de ruimtes waarin gesprekken plaatsvinden, vaak zijn dit slaap- of woonkamers en keukens.

In het werk van Ricus van de Coevering komen verschillende thema’s aan bod, zoals de dood en ouderdom, (familie)relaties, filosofische overpeinzingen, religie en twijfel. Je zit dicht op de huid van de personages en leest hoe gezinnen uiteenvallen en onderliggende spanning boven komt drijven. Door het grote psychologisch inzicht en de dreigende sfeer blijf je ademloos verder lezen.

Er wordt weleens gedacht dat schrijvers veel met zichzelf bezig zijn, maar het tegendeel is waar. Schrijvers luisteren en observeren goed en componeren vervolgens een verhaal dat iets nieuws zegt over de buitenwereld. Onze beschaving is gebouwd op verhalen die we aan elkaar doorgaven.

Hij zal wel even willen blijven, terugdenken aan hoe ze was. Zoals op de vrolijke zwart-witfoto aan de muur in zijn kamer; ergens een meisje nog, waar ik óók verliefd op had kunnen worden. de rimpels in zijn gezicht kruipen nog dichter bij elkaar. De zware geur van aarde.

Voordat ik naar Arnhem verhuisde, woonde ik twintig jaar in Amsterdam aan het Vondelpark, dat was een mooie tijd. Ik had een ruwharige teckel, Sammie, die ik elke dag uitliet. Als ik zei: ‘dood’, dan ging hij op z’n rug liggen met zijn pootjes omhoog, zijn ogen dicht en zijn tong uit de bek. Totdat ik zei: ‘leef’, dan sprong hij overeind en kreeg hij een snoepje. Helaas is Sammie inmiddels echt dood.

Op de basisschool schreef Ricus zijn eerste korte, fantasierijke verhaal. Dat beviel hem zo goed dat hij nooit meer gestopt is met schrijven. Zijn grootste droom is om vrij te zijn om te schrijven wat hij wil. Dit schrijven doet hij het liefst een paar uur per dag thuis op zijn werkkamer, om daarna nog een uur in een koffietentje in de stad verder te schrijven. Zo kun je hem bijvoorbeeld regelmatig treffen in het Arnhemse boekencafé ABC Libertas.

Ik heb niet echt werkrituelen. Zitten en doen. Als een pianist; die gaat achter een vleugel zitten en begint gewoon te spelen. Laten stromen dus. Zo nu en dan mediteren helpt wel om geconcentreerd te blijven.

Inmiddels heeft hij drie romans op zijn naam staan. Zijn debuut, Sneeuweieren, is erg lovend ontvangen en won de Academica Literatuurprijs. Ook Noordgeest kreeg een warm onthaal. In 2021 is zijn nieuwste roman, De hooier, op de boekenmarkt gebracht.

De letter van mijn moeder – hartje – zijn letter. Zoveel hoger in de bast dan toen.

Voor het Kakkerlakje Na je tachtigste schreef hij een prachtig kortverhaal over ouder worden en opnieuw de liefde vinden. Op speelse en dynamische wijze geïllustreerd door Michelle Wagenaar.

Werk van: Ricus van de Coevering