‘Normaal gesproken praten mensen niet zo snel over hun toilet’
Via een toeristengids kwamen we op de Nederlandse toiletten. Het is typisch Nederlands dat we hier alles gezellig willen maken; van vensterbanken tot woonkamers. Toiletten horen daar ook bij. Onze fascinatie voor de Nederlandse wc-cultuur groeide en we begonnen een onderzoek naar dit fenomeen.
Mariël: ‘Mijn eigen wc is best saai. Ik heb twee door mijn vader en zus beschreven tegeltjes aan de muur hangen. Ook staat er een mini toiletpot uit een poppenhuis. Ondanks de vele inspiratie die we hebben opgedaan tijdens het project heb ik zelf weinig toiletversiering. Een wc is er toch vooral om te plassen, vind ik.’
Aan vrienden en familie vroegen we of zij bijzondere wc’s kenden. Verrassend genoeg kregen we veel tips. Het bleek dat iedereen graag meehielp met onze zoektocht.
In het boek staan vijftig wc’s. Door de vele uitnodigingen bezochten we er soms wel twee of drie op een dag. Dan gingen we de bus in met ons statief, opschrijfboekje en camera. De heenrit was elke keer weer spannend. Wat gaan we zo aantreffen? Hoe zijn de mensen? Om direct na binnenkomst met een onbekende naar de wc te gaan, dat voelt heel intiem. Maar als we dan binnen waren viel het altijd mee. We werden overal heel hartelijk ontvangen.
Het project werd zo groot dat we er al snel ook buiten school steeds mee bezig waren. Uiteindelijk hebben we het pas na ons afstuderen echt afgerond. Het was een heel avontuur, omdat je nooit wist wat je nu weer voor bijzonders achter iemands wc-deur zou ontdekken.’
Julia: ‘Ik ben trouwens bijna nergens naar de wc ge- gaan. Tijdens het maken van de foto’s verliest de ruimte zijn betekenis van toilet. Het voelt dan ineens heel vreemd als je vraagt of je er even mag plassen.’
Julia: ‘Tijdens onze studie aan de Minerva Academie vonden Julia en ik elkaar in de liefde voor het dagelijkse leven. De kleine dingen die eigenlijk heel bij- zonder zijn, daar halen we allebei onze inspiratie uit. Typisch Nederlands zijn de gezellige frutsels waarmee we onze huizen versieren. Deze kleine gekkigheden fascineerden ons.
Zelf kijk ik graag naar vensterbanken, omdat daar vaak persoonlijke spullen en aparte versieringen staan. Op veel Nederlandse wc’s is het net zo; kaarten, foto’s, zelfgemaakte schilderijtjes. Waarom richten mensen hun toilet zo persoonlijk in? En wat zegt deze decoratie over de eigenaar? Mariël en ik hebben veel over deze vragen gesproken. Er was direct een gevoel van ‘Dit is iets, hier moeten we wat mee doen.’
Toen we een aantal bijzondere wc’s hadden gevonden waar we langs mochten gaan, werd het documenteren ervan belangrijk. Naast foto’s van iedere wc besloten we ook een interview met de eigenaar te houden. Zo konden de mensen zelf vertellen over het waarom en hoe. Al vertellen de decoraties vaak al heel veel over de persoon die ze heeft neergezet.
‘De meest memorabele wc was de lift-wc. Op de grond was een plateau waar je op kon staan. Het plateau ging een meter omhoog en dan kon je naar de wc. Het hele mechanisme en hoe het werkte, was het meest bizarre dat we zijn tegen gekomen.’
Normaal gesproken praten mensen niet zo snel over hun toilet. Daarom was het best gek om uitgebreid foto’s te maken en vragen te stellen over deze ruimte. Toch was het nooit lastig. Bijna iedereen vertelde enthousiast hun persoonlijke verhaal of anekdote.
Het plan om van dit project een boek te maken was er al, maar de vraag was hoe. Toen Uitgeverij Loopvis in beeld kwam werd alles concreter. Maar beslissen hoe- veel en welke wc’s we in het boek zouden plaatsen, dat was lastig. We hadden zoveel bijzondere mensen gesproken: jonge gezinnen, ouderen, studenten, alleenstaanden…
Ben jij je wc? schetst een beeld van allerlei soorten mensen, eigenlijk de gemiddelde Nederlander. Al deze mensen zijn anders en hebben hun eigen verhaal. Dat maakt het project tot een soort klein bevolkingsonderzoek.’