Er was eens een kikker met knalgroene poten,
die dol was op zwemmen in poelen en sloten,
die prachtig kon kwaken, die dol was op kroos.
En tóch was er met deze kikker iets loos.
Hij zwom en hij kwaakte en meer van die dingen,
maar… hij kon niet springen!
In 47 versjes over dieren schetst Bette Westera een prachtig beeld van de dierenwereld. De versjes zijn een vrolijke kruising tussen biologie en taal. Dankzij de gevarieerde illustraties en het enorm fijne ritme van de tekst, is dit een fantastisch voorleesboek. Om elke keer opnieuw te lezen, zonder dat je al volwassene gek wordt van infantiele humor. Westera verstaat de kunst versjes te maken die leuk zijn voor jong én oud. Echt.
Het boek ontving de prijs voor het best verzorgde boek en een Zilveren Griffel.
Aantal pagina’s: 100
Tekst: Bette Westera
Beeld: Sylvia Weve